vrijdag 29 november 2013

Tour de France 2015: Grand départ in Utrecht!

Deze week ging dan de kogel door de kerk: in 2015 zal de Tour de France in ons eigen Utrecht starten. Is dat leuk? Ja, dat is super leuk. En we hebben de jackpot te pakken: liefst twee etappes starten op het Jaarbeursplein, en het zijn twee mooie ritten! De eerste etappe, op zaterdag 4 juli, is een individuele tijdrit van 13,7 km door de straten van Utrecht. De tweede etappe zal de binnenstad aandoen, om na een flinke lus door de stad via Leidsche Rijn verder Nederland in te trekken.

De eerste etappe zal meteen een lastige zijn: hoewel de route er op de kaart aardig rechtlijnig uitziet, is het toch aardig wat draai- en keerwerk. Met de snelheden die in een tijdrit behaald worden is dit gegarandeerd een spectaculair begin van de Tour. En: de toeschouwers krijgen de kans alle renners één voor één voorbij te zien komen. Het enige minpuntje wat mij betreft is dat de route niet door de Kanaalstraat voert, dan had ik een gegarandeerde skyboxplek gehad.

Ook de tweede etappe, of in ieder geval het stuk dat gisteren gepresenteerd is, ziet er heel goed uit. De eerste kilometers, die zoals gebruikelijk geneutraliseerd zijn, voeren door de binnenstad en gaan zelfs onder de Dom door. Het peloton zal dus als een soort parade door het centrum trekken, om daarna nog een flinke lus door de rest van Utrecht te maken voordat de renners via Leidsche Rijn in zuidelijke richting de stad verlaten — waarschijnlijk zetten ze koers richting Zeeland, maar dat is nog niet officieel bevestigd.

Kortom, het grootste sportcircus ter wereld is coming into town! Voor de presentatie reisden zo’n zestig man aan organisatie en prominenten na een persconferentie in Parijs per speciale Tour de France-thalys naar Utrecht om ook in Nederland Le Grand Départ van 2015 toe te lichten. De Dom kleurde rood-wit-blauw, een wielrenner daalde via een kabel van de toren af, het was één groot spektakel. Dat belooft wat voor over anderhalf jaar!

Ik herinner me de Giro die in 2010 een etappeaankomst in Utrecht had, dat leefde al enorm. Wekenlang waren winkeletalages roze gekleurd, er waren allerlei aan Italië gerelateerde activiteiten en optredens, er er werd een toerversie van het Utrechtse gedeelte van de etappe georganiseerd, en ga zo maar door. Van het moment dat de wielrenners daadwerkelijk voorbij kwamen herinner ik me vooral dat het erg snel voorbij was; ik kon ook geen enkele zo snel herkennen. Maar goed! In 2015 zijn daar maar liefst twee kansen toe. En ik hoop natuurlijk in het bijzonder één renner eruit te kunnen pikken: Ted King!

maandag 18 november 2013

Fietscultuur/fietsterreur

Er zijn veel redenen om van het leven in Nederland te houden, maar voor mij steken er twee bovenuit: 1. het klimaat en 2. de fietscultuur. Voor mensen die denken dat het eerste punt cynisch bedoeld is — ik meen het echt. Gezeur over te koud, te warm, niet warm genoeg, of juist niet koud genoeg schaar ik in dezelfde categorie als gezeur over pepernoten die te vroeg in de winkel zouden liggen. Hou toch op. Maar goed, het onderwerp “weer” zal ik samen met de pepernoten bewaren voor ongemakkelijke stiltes in willekeurige sociale situaties, in dit stukje wat woorden over punt 2, de fietscultuur.

In internationaal gezelschap is het fietsen steevast één van de eerste gespreksonderwerpen, althans, na de gebruikelijke wiet/Red Light District-tandem. En telkens wanneer ik de fietscultuur in Nederland aan buitenlanders uitleg, eindig ik met een niet minder grote verwondering dan mijn gesprekspartners — niet vanwege de enorme fietscultuur in Nederland, maar juist vanwege het ontbreken ervan in andere landen. Onlangs las ik op de site van The Boston Globe een stuk over Houten, fietsstad nr. 1 van Nederland. “If the Netherlands is heaven for bicycles … then Houten is the heaven of heaven”, aldus een geïnterviewde buitenlandse ingenieur die, schrik niet, jaarlijkse studiereizen naar Houten organiseert om de fietsinfrastructuur te bestuderen. Het is een leuk artikel, vooral omdat de bekende verwondering er zo duidelijk uit klinkt — verwondering over iets wat wij zo doodnormaal vinden.

Laatst dacht ik hier op de fiets (waar anders) over na. Het was in de namiddag, ik fietste langs het station van Utrecht. Het fietspad was zoals gebruikelijk overvol, iedereen vocht voor zijn plek, als je wilde afslaan kon je het beste een schietgebedje doen, je ogen sluiten, en op hoop van zegen je stuur omgooien. Het was de plek waar mijn zusje een tijdje geleden met paniek in haar ogen stamelde “het is hier echt een urban jungle!”. En ik bedacht me weer eens dat ik het een stuk leuker vind om in een urban jungle te fietsen dan over overgereguleerde fietspaden. Heerlijk om (ik zal een klein stukje van mijn dark side maar prijsgeven) sloom fietsende mensen of voetgangers af te snijden, toeristen op OV-fietsen te scherp in te halen, liefst vlak voor een bocht, of als het stoplicht op groen springt koste wat het kost als eerste de overkant te willen bereiken. Ongeleide projectielen op het fietspad: als The Boston Globe de fietscultuur in Nederland echt wil beschrijven, zouden ze hier ook aandacht aan moeten besteden. Als ze nog een case study zoeken, ik hou me aanbevolen!



dinsdag 5 november 2013

Nick Cave & The Bad Seeds in de Heineken Music Hall –
Opening als apotheose

Een tijdje geleden schreef ik al een stuk over Nick Cave, waarin ik afsloot met de mededeling dat ik kaartjes bemachtigd had voor het extra concert van Cave en consorten. Welnu, gisteren was het zover. Op een druilerige maandagavond traden Nick Cave & The Bad Seeds op in de bekende grijze betonnen bak in de Bijlmer, met de al net zo min gezellige naam “Heineken Music Hall”. Tot zover geen gunstige voortekenen. Het voorprogramma maakte het er ook nog niet beter op: Shilpa Ray mocht zich uitleven op het podium. Ik had er nooit van gehoord, en hoop er eerlijk gezegd ook nooit meer iets van te horen. Denk een vrouw in die al gruntend en schreeuwend de lang aanhoudende klanken uit haar harmonium (een combinatie tussen een orgel en accordeon) probeert te overstemmen. Gelukkig droop ze al redelijk snel af, en kon na een korte ombouwpauze het podium geboden worden aan de Australische superster met zijn band. En toen kwam alles goed.

Na een korte groet naar het publiek worden de eerste tonen van “We No Who U R” ingezet. Zodra Nick Cave de microfoon ter hand neemt, is duidelijk dat hij in zeer grootse vorm steekt. Met een diepe, donkere stem brengt hij het openingsnummer van het nieuwste album op weergaloze wijze ter gehore. Alles klopt, en laat ik hierbij zeker niet vergeten The Bad Seeds te vermelden: want achter de overtuigende zang staat de muzikale ondersteuning als een huis, de perfecte fundering vormend voor de zang van de frontman zelf. Wat een opening. Er is amper tijd om te bekomen van zoveel muzikale pracht, want het tweede nummer, “Jubilee Street” (mijn persoonlijke favoriet van Push The Sky Away) volgt direct. En hoe. Op het album is het al een meeslepend nummer, maar op het podium is het intens in het kwadraat. De muziek begint rustig, maar de krachtige stem van Cave, waar de energie werkelijk uit lijkt te barsten, maakt direct de bedoelingen duidelijk. Naarmate het nummer vordert beent de charismatische frontman het podium van links naar rechts over, kijkt met bliksemschietende ogen de zaal in, en maakt danspassen op zijn bekende, excentrieke wijze. Ondertussen zingt hij met zoveel passie, zoveel energie, dat de intensiteit van het nummer in het hele publiek voelbaar is — en het vuur laait hoger en hoger op. Het ritme van de drums en bas gaat omhoog, de viool speelt steeds furieuzer, en Cave, één brok energie, brult uit de grond van zijn hart. Het nummer eindigt in een onbeschrijflijke climax.

© Paul Bergen

“Jubilee Street” is misschien wel het beste livenummer dat ik ooit heb mogen zien, en in combinatie met “We No Who U R” is de opening van het concert meteen het onbetwiste hoogtepunt. Natuurlijk, er volgen nog veel meer mooie nummers: het derde nummer, “Do You Love Me?” en later de bezwerende uitvoering van “Higgs Boson Blues” zijn slechts twee voorbeelden daarvan. En Nick Cave, de charismatische showman, toont zich podiumbeest eerste klas. Hij dirigeert zijn band, maakt veelvuldig contact met de eerste rijen, en heeft scherpe reacties op de kreten uit het publiek — na een ondefinieerbare brul verzoekt hij onbewogen om niet zulk lawaai te maken, want “it is distracting. Really, it is.” Wanneer dezelfde man nogmaals schreeuwt, kijkt Cave naar de hoek van waaruit geroepen werd, om het volgende nummer doodleuk op te dragen aan “the deep-throated lady over there”.

In het tweede gedeelte van het concert worden er alleen wat mij betreft wel érg veel ballads gespeeld. En dat is jammer, want hoewel ze schitterend uitgevoerd worden, neemt mijn concentratie na een aantal rustige nummers simpelweg af. Niet dat er helemaal geen vuurwerk meer in de setlist zat — “From Her to Eternity” bijvoorbeeld, is een knaller van de bovenste plank —, maar de ballads hebben me een beetje in slaap gesust. Of misschien dat het aan de openingsnummers lag, dat die net teveel van mijn energie opgeslokt hebben, ik weet het niet. Het zou ook best kunnen dat het concert als geheel me gewoon iets te lang was — in een ruim twee uur durende set worden liefst 22 nummers opgevoerd: 17 in het reguliere optreden en nog eens 5 in de toegift. In deze toegift lijken The Bad Seeds na de energieke uitvoering van “Papa Won’t Leave You, Henry” klaar te staan voor het laatste saluut, maar Nick Cave kruipt andermaal achter de piano voor nog twee nummers. Eens te meer een voorbeeld van de tomeloze energie die Cave deze avond tentoonspreidt — hij treedt op met hart en ziel en geeft werkelijk alles. Over anderhalve week, op 17 november, doet de Australische geweldenaar Amsterdam nog een keer aan. Voor iedereen die gaat: riemen vast!


Jubilee Street, 4 november 2013 HMH