woensdag 24 juli 2013

Lana del Rey in de Heineken Music Hall –
Uitzinnig publiek, matige muziek

Woensdag 29 mei trad Lana del Rey op in een uitverkochte Heineken Music Hall, en ik was één van de gelukkigen met een kaartje. Tussen het voorprogramma – vier mannen met gitaren – en de hoofdact in, had ik uitgebreid de tijd om de rest van het publiek te bestuderen. Een grove indeling was snel gemaakt: 80% jonge meisjes, 10% meegesleepte vriendjes, en nog eens 10% homo’s. De gesprekken die ik opving waren vermakelijk en verrassend, aangezien ik normaal gesproken nooit tussen een mensenmassa met een dergelijke samenstelling sta. “Ha-haa! Zie je die jongen daar verderop?” kraaide een gezellige homo achter me. “Die met dat witte pluizige shirt aan. Een albino-pino! Ha-haa!” Ondertussen probeerden twee jonge meisjes zich door het publiek naar voren te worstelen. “Ik vind eigenlijk wel dat ik recht heb op een plek vooraan,” stelde één van hen. “Ik ken echt ál haar nummers uit mijn hoofd.” “Ze is zó perfect,’ zuchtte de ander. De pogingen om dichter bij het podium te komen strandden echter al snel, ondanks het herhaaldelijke luide verkondigen van het eerste meisje dat ze toch echt wel recht had op een plek aan het podium.

Dat podium zag er inmiddels uit als een rariteitenkabinet uit vervlogen tijden. Er stonden twee stenen leeuwen, een vintage klerenkast waar flarden stof – spinrag? – uit hingen, een manshoge kandelaar met scheve, stompe kaarsen, palmbomen... Toen Lana del Rey uiteindelijk zelf het podium betrad reageerde het publiek onmiddellijk met uitzinnig gegil, dat minutenlang aanhield. De zangeres ging gekleed in een wit jurkje met lange mouwen en vrij zicht op de oneindig lange benen. In haar haar droeg ze een bijpassende hoofdband. Haar klassieke jaren ’50–’60-uitstraling, vol verlangen naar oude, vervlogen tijden, paste perfect in de nostalgische sfeer die het podium ademde.

Ze glimlachte, genietend van de massahysterie die ze teweegbracht, maar tegelijkertijd kwetsbaar, haast verlegen onder het geflits van de camera’s en het gejoel van de fans. Zo nu en dan keek ze dan ook bedeesd naar de grond – om even later sexy heupwiegend over het podium te paraderen. Het concert werd afgetrapt met twee nummers die niet afkomstig waren van de hit-cd “Born to Die”, en dat was te merken aan de respons van de zaal: er werd weinig meegezongen maar des te meer gegild. Vanaf het derde nummer, de hit “Blue Jeans” werd er meer meegezongen. Toch verstomde het gegil nooit helemaal; er werd altijd wel ergens in het publiek uitzinnig gekrijst.

Tussen de nummers door nam Del Rey uitgebreid de tijd om het publiek te danken voor de hartelijke ontvangst en het enthousiasme. Ze was vaak bij de eerste rijen te vinden om handen te schudden, te poseren voor foto’s, en de adoratie van dichtbij over zich heen te laten komen. Leuk voor de fans die vooraan staan en nu mooie foto’s op hun smartphones hebben staan, minder leuk voor de overige 85% van het publiek. Deze tijdrovende uitstapjes hadden helaas ook tot gevolg dat er weinig nummers uitgevoerd werden. In totaal speelde Del Rey slechts veertien nummers, waarbij een aantal meer up-tempo nummers als “Lolita” en “Off to the Races” geheel ontbraken. En dat is jammer, want wat stevigere nummers zouden een leuke tegenhanger zijn geweest van de ballads die ruimschoots aanwezig waren.

Daarbij waren de uitvoeringen die Del Rey ter gehore bracht verre van perfect, maar dat leek het uitzinnige publiek niet te deren: ook de valse noten en soms wat ongelukkige variaties werden met een ongekend enthousiasme begroet. Geholpen door het sfeervol ingerichte podium en het kwartet strijkers dat echt een extra dimensie aan het optreden gaf, zette Del Rey al met al een alleszins acceptabele show neer. Positieve uitschieters in de setlist waren de volledige uitvoering van “Ride” en de prachtige vertolking van “Young and Beautiful”. Het laatste nummer van de avond, “National Anthem”, sloot het concert op een typerende manier af: terwijl de strijkers en de overige meegebrachte bandleden op het einde de melodie op een haast hypnotiserende manier door bleven spelen, bracht de zangeres zelf zo’n twintig minuten door bij de fans op de eerste rijen. Wat mij betreft had ze daar nog uren knuffels mogen uitdelen en praatjes mogen aanknopen; juist de instrumentale fade-out was misschien wel het hoogtepunt van de avond.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten