dinsdag 5 november 2013

Nick Cave & The Bad Seeds in de Heineken Music Hall –
Opening als apotheose

Een tijdje geleden schreef ik al een stuk over Nick Cave, waarin ik afsloot met de mededeling dat ik kaartjes bemachtigd had voor het extra concert van Cave en consorten. Welnu, gisteren was het zover. Op een druilerige maandagavond traden Nick Cave & The Bad Seeds op in de bekende grijze betonnen bak in de Bijlmer, met de al net zo min gezellige naam “Heineken Music Hall”. Tot zover geen gunstige voortekenen. Het voorprogramma maakte het er ook nog niet beter op: Shilpa Ray mocht zich uitleven op het podium. Ik had er nooit van gehoord, en hoop er eerlijk gezegd ook nooit meer iets van te horen. Denk een vrouw in die al gruntend en schreeuwend de lang aanhoudende klanken uit haar harmonium (een combinatie tussen een orgel en accordeon) probeert te overstemmen. Gelukkig droop ze al redelijk snel af, en kon na een korte ombouwpauze het podium geboden worden aan de Australische superster met zijn band. En toen kwam alles goed.

Na een korte groet naar het publiek worden de eerste tonen van “We No Who U R” ingezet. Zodra Nick Cave de microfoon ter hand neemt, is duidelijk dat hij in zeer grootse vorm steekt. Met een diepe, donkere stem brengt hij het openingsnummer van het nieuwste album op weergaloze wijze ter gehore. Alles klopt, en laat ik hierbij zeker niet vergeten The Bad Seeds te vermelden: want achter de overtuigende zang staat de muzikale ondersteuning als een huis, de perfecte fundering vormend voor de zang van de frontman zelf. Wat een opening. Er is amper tijd om te bekomen van zoveel muzikale pracht, want het tweede nummer, “Jubilee Street” (mijn persoonlijke favoriet van Push The Sky Away) volgt direct. En hoe. Op het album is het al een meeslepend nummer, maar op het podium is het intens in het kwadraat. De muziek begint rustig, maar de krachtige stem van Cave, waar de energie werkelijk uit lijkt te barsten, maakt direct de bedoelingen duidelijk. Naarmate het nummer vordert beent de charismatische frontman het podium van links naar rechts over, kijkt met bliksemschietende ogen de zaal in, en maakt danspassen op zijn bekende, excentrieke wijze. Ondertussen zingt hij met zoveel passie, zoveel energie, dat de intensiteit van het nummer in het hele publiek voelbaar is — en het vuur laait hoger en hoger op. Het ritme van de drums en bas gaat omhoog, de viool speelt steeds furieuzer, en Cave, één brok energie, brult uit de grond van zijn hart. Het nummer eindigt in een onbeschrijflijke climax.

© Paul Bergen

“Jubilee Street” is misschien wel het beste livenummer dat ik ooit heb mogen zien, en in combinatie met “We No Who U R” is de opening van het concert meteen het onbetwiste hoogtepunt. Natuurlijk, er volgen nog veel meer mooie nummers: het derde nummer, “Do You Love Me?” en later de bezwerende uitvoering van “Higgs Boson Blues” zijn slechts twee voorbeelden daarvan. En Nick Cave, de charismatische showman, toont zich podiumbeest eerste klas. Hij dirigeert zijn band, maakt veelvuldig contact met de eerste rijen, en heeft scherpe reacties op de kreten uit het publiek — na een ondefinieerbare brul verzoekt hij onbewogen om niet zulk lawaai te maken, want “it is distracting. Really, it is.” Wanneer dezelfde man nogmaals schreeuwt, kijkt Cave naar de hoek van waaruit geroepen werd, om het volgende nummer doodleuk op te dragen aan “the deep-throated lady over there”.

In het tweede gedeelte van het concert worden er alleen wat mij betreft wel érg veel ballads gespeeld. En dat is jammer, want hoewel ze schitterend uitgevoerd worden, neemt mijn concentratie na een aantal rustige nummers simpelweg af. Niet dat er helemaal geen vuurwerk meer in de setlist zat — “From Her to Eternity” bijvoorbeeld, is een knaller van de bovenste plank —, maar de ballads hebben me een beetje in slaap gesust. Of misschien dat het aan de openingsnummers lag, dat die net teveel van mijn energie opgeslokt hebben, ik weet het niet. Het zou ook best kunnen dat het concert als geheel me gewoon iets te lang was — in een ruim twee uur durende set worden liefst 22 nummers opgevoerd: 17 in het reguliere optreden en nog eens 5 in de toegift. In deze toegift lijken The Bad Seeds na de energieke uitvoering van “Papa Won’t Leave You, Henry” klaar te staan voor het laatste saluut, maar Nick Cave kruipt andermaal achter de piano voor nog twee nummers. Eens te meer een voorbeeld van de tomeloze energie die Cave deze avond tentoonspreidt — hij treedt op met hart en ziel en geeft werkelijk alles. Over anderhalve week, op 17 november, doet de Australische geweldenaar Amsterdam nog een keer aan. Voor iedereen die gaat: riemen vast!


Jubilee Street, 4 november 2013 HMH

Geen opmerkingen:

Een reactie posten