zaterdag 24 augustus 2013

Lingo. L-I-N-G-O.

Lingo, wie is er niet groot mee geworden? Ik herinner me in ieder geval nog goed hoe we vroeger thuis naar het spel keken, waarbij toen nog woorden van vijf letters moesten worden geraden. De presentatie lag nog in handen van François Boulangé — ik was er (net als half Nederland, volgens mij) van overtuigd dat hij in werkelijkheid gewoon “Frans Bakker” heette, ik heb hem zelfs meerdere keren hardop uitgelachen om de wat knullige artiestennaam. Laatst kwam ik erachter dat de beste man écht François Boulangé heet.

Inmiddels is François Boulangé allang niet meer het gezicht van Lingo, en zijn de vijfletterwoorden ook verleden tijd. Toen ik in 2007 mijn debuut maakte bij het populaire woordspel (want ja, ik heb een tv-carrière die uit een eenmalige deelname aan Lingo bestaat), moesten er zesletterwoorden geraden worden. Na een nek-aan-nekrace tegen Luuk en Loek mochten Vera en ik de finale in, die we helaas niet wonnen. Ons prijzengeld bleef staan op het bedrag dat we in de voorronde bijeen hadden gespeeld, en dat we eigenlijk al lang vóór de opname driedubbel verbrast hadden, immers, “we gaan toch 5000 euro winnen bij Lingo.”

Vorige week zaterdag hebben Vera en ik voor een tweede keer meegedaan aan een selectiedag van Lingo, dit keer met een ander koningskoppel: Nienke (collega) en Sabine. Zij hadden ook al eens nationale bekendheid vergaard dankzij Lingo-deelname, en na een avond waarop we met zijn vieren onze beide uitzendingen nog een keer bekeken hadden, ontstond het idee om aan Lingo te vragen of we nog een keer mee mochten spelen, en dan tegen elkaar. Zo gezegd, zo gedaan: Nienke stuurde een lekker weeïge brief met ons verzoek. Hoewel we bedacht hadden dat het goed voor onze kansen zou zijn als we zouden zeggen dat we elke zondagochtend met zijn vieren aan nordic walking doen (met elke stap woorden repeterend), en dat er deze zomer een bridgecruise over de Rijn op de planning staat, besloot Nienke dat we dat misschien beter tijdens de selectiedag of tijdens de opname als troef op tafel zouden kunnen gooien. Lingo was hoe dan ook overtuigd, we kregen al snel een uitnodiging voor een selectiedag.

We moesten zowel vijf-, zes-, zeven-, als achtletterwoorden leren, want die zouden in de test allemaal aan bod komen. Goed. Op een brakke zondag hebben Vera en ik ter voorbereiding wat afleveringen “Lingo nieuwe stijl” gekeken, en verspreid over een aantal weken hebben we lijsten opgesteld met behulp van het Lingo woordenboek (ja, natuurlijk heb ik die) en het onvolprezen www.lingowoorden.nl. Dat de voorbereiding niet optimaal was, bleek tijdens de treinrit naar Hilversum: zo stonden op de lijst van achtletterwoorden ook woorden met negen letters (bijvoorbeeld “quadrupel” — wel mooi) en zeven letters (“ijsberen” — de lange ij geldt als één letter).

Maar we lieten ons niet ontmoedigen en gingen vol vertrouwen de koffieruimte binnen. Er hing een vrij gespannen sfeer; tweetallen zaten aan tafeltjes met de hoofden dicht bij elkaar te smoezen, iedereen loerde om zich heen om de concurrentie te peilen. Na een kwartier in deze zenuwachtige atmosfeer te hebben gehangen begonnen wij toch ook wel een beetje nerveus te worden. Maar we hielden vast aan het bekende motto “hoe moeilijk kan het zijn?” en waren min of meer zeker van onze zaak.

Voordat we aan de schriftelijke test moesten, moesten we als publiek fungeren bij een andere opname. Godzijdank kon je hier niet op zakken, want anders had ik het voor ons allemaal verpest nog voordat we maar één woord op papier hadden kunnen zetten. Ik zat namelijk aan het gangpad, waar de kandidaten langslopen als ze aan het begin van het programma worden voorgesteld; ze doen dan high-fives met het publiek. High-fives zijn heel erg leuk als ze goed worden uitgevoerd, maar een slechte high-five maakt de situatie alleen maar ongemakkelijk. Dit laatste was het geval. Bij de eerste take had ik alleen mijn rechterhand opgeheven om te klappen, maar kwamen de deelnemers met twee handen in de aanslag langs, en bij de tweede opname was het precies andersom. Lekker dan. We sloegen half mis, geen van ons wist zich een houding te geven. En dat terwijl de camera draaide. Om de situatie te redden gilde ik maar enthousiast “zet ’m op!”, maar daar leken de deelnemers alleen nog maar erger van te schrikken. Ze gingen roemloos af na een paar rondes te schutteren en woorden van de verkeerde lengte te stotteren.

Maar wij lieten ons niet van de wijs brengen en bezetten even later de beste plek in de ruimte waar de test gehouden werd; achterin en met zijn allen bij elkaar. We voelden ons weer als middelbare scholieren die een proefwerk moeten maken. De tests werden uitgedeeld, en het volgende kwartier zaten we als gekken te schrijven; voor elke pagina kreeg je anderhalve minuut waarin je zoveel mogelijk woorden moest invullen met een bepaalde begin- midden- en/of eindletter. Toen ik ergens halverwege een pagina vastliep en geen woord meer kon bedenken, trilde mijn hand ongeremd door. Het zweet stroomde over mijn rug, mijn ogen schoten de vellen over, en adrenaline en bloeddruk stegen tot ongekende hoogten. Wat nog maar eens bevestigt dat Lingo bepaald geen sport voor watjes is.

Na een kwartier vlammen zat de test erop en moesten we nogmaals de studio in om als klapvee te dienen. Ik maakte niet de fout nog een keer aan het gangpad te gaan zitten, maar zocht een veilig plekje ergens in het midden. Aangezien we net gevlamd hadden bij de schriftelijke test konden we beduidend minder enthousiasme opbrengen dan bij de eerste opname; waar we de eerste keer bij elke grabbel “grooooeeeen” loeiden, kon er nu net een laf applausje af als er daadwerkelijk een groene bal getrokken werd. Na deze opname kregen we de uitslag van de test: er gingen vier koppels door, waaronder de Nienke-Sabine-tandem, en de Vera-Heleen-combinatie. De eerste overwinning was hiermee al binnen! Na nog een kort gesprek met iemand van Lingo — om te kijken of er een spannend (maar wel algemeen geaccepteerd) gespreksonderwerp is voor tijdens de introductie — mochten we gaan. Ergens de week erop zouden we te horen krijgen of, en zo ja wanneer we daadwerkelijk de studio in zouden mogen. Lingo wil namelijk qua kandidaten min of meer een afspiegeling van de samenleving hebben, dus als er teveel jonge, frisse topmodellen de selectie hebben doorstaan, dan moeten er alsnog wat afvallen.

Vandaag viel dan de envelop op de mat, met daarin goed nieuws: ze willen ons in de uitzending hebben! Publiek is welkom, dus mocht het je leuk lijken om een ochtend in de Lingo-studio “groen” te brullen, meld je vooral aan. Enige ervaring met enkelhandige high-fives is een vereiste.

1 opmerking:

  1. Haha Heleen ik had deze ervaring niet beter kunnen verwoorden! Prachtig! Gelukkig inderdaad dat er blijkbaar niet al te veel jonge frisse topmodellen door de taalronde gekomen waren.

    BeantwoordenVerwijderen